Geschiedenis van een boerderij
Het eerste waar mijn oog op viel, was een bord in de vroegere moestuin. Daar waar sperzieboontjes hoorden te groeien stond tussen struiken een scheefgezakt bord met de tekst: ‘Estate te koop’. Maar ik was niet opgegroeid op een estate, maar op een boerderij uit 1871, met een voorkamer en opkamer, met een wringhuis en boenhok, met paarden, koeien die steeds weer te weinig melk gaven, varkens die elke zomer een hoek van de vaarsloot tot een modderpoel omwoelden en lammetjes die soms door mijn moeder met de fles werden grootgebracht.
Ik was gekomen om die oude boerderij te zien aan de Kousweg, net voorbij een slappe bocht in de weg tussen Zevenhoven en Noorden in het Groene Hart van Zuid-Holland. ‘Zomerzorg’, stond er op het hek.
[Citaat uit het boek]
Wanneer ik vroeger zei dat ik uit Zevenhoven kwam, werd steevast gevraagd waar ‘dat gat’ lag, gecombineerd met de veronderstelling dat het grondgebied van ons dorp uit niet meer dan zeven hoeven, zeven boerderijen bestond. Ik had de vraagsteller de mond kunnen snoeren door op te merken dat de naam Zevenhoven verwijst naar een gebied aan de westkant van de Kromme Mijdrecht, dat omstreeks het jaar 1100 op basis van zeven hoeven ‘verhoefslaagd’ werd in het onderhoud van de zeedijk en dat dit heel wat anders is dan een gehucht met slechts zeven boerderijen. Maar dat wist ik toen zelf nog niet.
Lees enkele pagina’s van het boek
0 reacties